Woonpunt heeft vier huurdersverenigingen. Eén daarvan is HBV Groot Hoensbroek, waar Sjaak Mestrom voorzitter van is. Binnen Woonpunt staat hij bekend als bijzonder kritisch, maar het is vaak lastig om zijn ongelijk aan te tonen. Hoe kijkt hij tegen Woonpunt aan op dit moment? En waarom weigerde HBV Groot Hoensbroek de prestatieafspraken te ondertekenen? ‘Als huurdersverenigingen kunnen wij alles bespreekbaar maken bij Woonpunt, en alles wordt netjes opgeschreven, maar je hoort lang niet altijd wat er met je opmerkingen wordt gedaan.’
'Wij wonen hier, wij zien wat er gebeurt.'
‘Een heikel punt bij de prestatieafspraken is het toewijzingsbeleid, en dan met name de plaatsing van mensen met een rugzakje in de wijk. Elke corporatie moet daarin zijn aandeel nemen, maar in Hoensbroek gebeurt dat nog onvoldoende. Het gevolg is dat die mensen meestal door Woonpunt worden gehuisvest. Daardoor komt de leefbaarheid in de straten en complexen van Woonpunt onder hoge druk te staan. Daar hebben huurders van Woonpunt last van. Daarom hebben wij gepleit voor een uniforme screening en verdeling naar rato van woningzoekenden met een rugzakje. Bert Vrolijk van Woonpunt heeft zich daar hard voor gemaakt, maar niet alle corporaties wilden die tekst in de prestatieafspraken. Ik heb de gemeente gevraagd om daar wat druk op te zetten, maar dat is niet gebeurd. Voor ons is dat een hard punt.’
‘Jawel, maar de huidige tekst is te vrijblijvend en verplicht de corporaties tot niets.’
‘Daar hebben we over nagedacht, maar wat zou daarvan het gevolg zijn? Dan komen mensen met een rugzakje terecht bij huisjesmelkers. Dat werkt nog meer verloedering in de hand. Moeten we met z’n allen niet willen. Bovendien: die mensen hebben ook recht op een fatsoenlijke woning.’
‘Kijk, Woonpunt wil op dit gebied het braafste jongetje van de klas zijn. Maar dan moet je ook oog hebben voor de gevolgen. En dat is dat andere huurders van Woonpunt onevenredig veel overlast hebben. De sociaal consulenten van Woonpunt hebben hun handen vol in Hoensbroek! Ik vind dat er meer druk mag worden uitgeoefend op andere corporaties, ook door de gemeente.’
‘Daar zijn wij als huurdersvereniging een groot voorstander van. Wij vinden ook dat een belangrijke rol voor bewoners is weggelegd bij de leefbaarheid. Niet voor niets heeft ons idee voor portiekgesprekken de prijs van Onze Buurt gewonnen in 2014. Maar het is niet makkelijk. Je moet er elke dag mee aan de slag. Mensen veranderen niet zo makkelijk. Je moet doorpakken en doorzetten.’
‘Dat ligt aan de medewerkers. De intenties zijn goed, maar sommige medewerkers pakken niet door of lossen problemen op door er geld tegenaan te smijten. Ik geef een voorbeeld: er woonde hier een mevrouw die haar hele kelder had volgestouwd met rotzooi. Toen ze ging verhuizen, had ze al die rotzooi laten staan. De wijkbeheerder zei: ik zal het laten opruimen. Op mijn vraag wie dat ging betalen, antwoordde hij: Woonpunt. Maar dat is onzin. Wij betalen, de huurders. Woonpunt had hier sneller moeten reageren en de bewoner zelf voor de kosten laten opdraaien. Ik wist toevallig dat die mevrouw bij haar vriend was ingetrokken een paar straten verderop. Dat heb ik Woonpunt ook verteld, maar daar is niets mee gedaan. Waar Woonpunt consequent moet zijn, zijn ze het niet. En waar ze met twee maten moeten meten, doen ze het niet.’
'Als Woonpunt het braafste jongetje van de klas wil zijn, moet ze ook oog hebben voor de gevolgen daarvan.'
‘Nou, er is een beleid dat huurders bij verhuizing hun woning in oude staat moeten terugbrengen. Doen ze dat niet, dan kunnen er kosten aan verbonden zijn. Op zich heel logisch. Maar Woonpunt kijkt niet naar het verleden van de huurder. Heeft ie altijd netjes zijn huur betaald? Heeft ie ooit voor overlast gezorgd? Een beroep gedaan op de reparatiedienst van Woonpunt? Hier woonde een oudere vrouw die weduwe was geworden en ging verhuizen. Ze had 48 jaar bij Woonpunt gehuurd en in die jaren nooit voor problemen gezorgd. Haar man had de woning keurig onderhouden. Maar nu gaat ze verhuizen en moet ze van Woonpunt een heleboel veranderen in de woning. Als ze dat niet doet, moet ze zevenduizend euro betalen. Die vrouw was helemaal overstuur. In zulke gevallen mag je juist wel met twee maten meten.’
‘Wij wonen hier, wij zien wat er gebeurt. Ik geef een voorbeeld: ik zie een schilderbedrijf in de regen werken. Ik zie dat ze niet schuren voordat ze beginnen. Ik trek me dat aan omdat de huurders voor dat werk betalen. Dan eis ik dat Woonpunt die werkzaamheden beter controleert.’
‘Dat verbeterpunt is makkelijk: communicatie. Dat is mijn stokpaardje. Daar heb ik het ook elk jaar over als we als huurdersvereniging met de raad van commissarissen praten. Als huurdersverenigingen kunnen wij alles bespreekbaar maken bij Woonpunt, en alles wordt netjes opgeschreven, maar je hoort lang niet altijd wat er met je opmerkingen wordt gedaan. Kun je niks doen? Prima, maar laat ons dat dan ook weten. We krijgen te weinig terugkoppeling en dat gaat zo op alle niveaus.’
‘We hebben een tijdje geleden een middag meegelopen bij de Klantenservice van Woonpunt, om te kijken wat er zoal aan vragen binnenkomt en hoe Woonpunt daarmee omgaat. Daar heb ik veel respect voor, hoe die dames rustig en correct blijven. Als je soms hoort hoe mensen aan de andere kant van de lijn verbaal tekeergaan! Ik had al lang opgehangen.’