Gesprek met Thery Dirven, accountmanager maatschappelijk vastgoed
Vroeger kwam een zorgpartij met een huisvestingsvraag voor een specifieke doelgroep en bouwde Woonpunt vervolgens de woningen. Een langjarig huurcontract met dezelfde partij garandeerde dat we het vastgoed niet voor niks hadden neergezet. Inmiddels ziet de wereld er anders uit: zorgpartijen willen af van langjarige contracten, hun doelgroepen moeten langer zelfstandig blijven wonen. Dat roept weer hele nieuwe vraagstukken op.
'Het mes moet nu aan twee kanten snijden.'
‘Kort en goed: om de vraag van zorgpartijen te matchen met onze mogelijkheden. Ik probeer erachter te komen wat hun toekomstplannen zijn, met welke risico’s ze te maken hebben, hoe ze hun doelgroepen willen huisvesten en welk vastgoed dan zou kunnen passen. Ik haal de vragen op en probeer dan binnen Woonpunt een oplossing te vinden. Vergeet niet: we hebben ruim 1.300 woningen in ons bestand waar cliënten van zorginstellingen in wonen. Dat gaat niet vanzelf.’
‘Ja. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, want wij hebben soms ook vastgoed waar leegstand in dreigt. Dan is verhuur aan een zorgpartij soms een prima oplossing.’
‘We hebben gebouwen die we ooit hebben neergezet voor specifieke doelgroepen. Nu zorgpartijen inzetten op extramuralisering trekken ze zich vaak uit die panden terug, als het huurcontract erop zit. Dat is voor Woonpunt een risico, want erg courant zijn die gebouwen niet. Je hebt ze niet één-twee-drie verkocht. Dan kijk ik of het pand geschikt is of geschikt kan worden gemaakt voor verhuur aan een andere zorgpartij.’
‘Vaak wel, maar zorgpartijen willen tegenwoordig kortere huurcontracten – ze kunnen ook nauwelijks anders – dus over een paar jaar moeten we opnieuw in gesprek met hurende zorgpartij of, als ze eruit trekken, kijken of we een andere huisvestingsvraag ermee kunnen oplossen.’
'Niemand heeft bezwaar tegen een buurman in een rolstoel, maar iemand die verward of verslaafd is: dat is een ander verhaal.'
‘Klopt, de grootste kostenpost voor zorgorganisaties is het personeel, en dat moeten ze efficiënt kunnen inzetten. Dus hoe meer cliënten ze bij elkaar hebben wonen, hoe minder reistijd en hoe doelmatiger het personeel. We zijn met zorgpartijen in gesprek om senioren op die manier te huisvesten: een heel complex vol levensloopbestendige woningen, met op de begane grond een uitvalsbasis voor het zorgpersoneel. Iets soortgelijks doen we met het Leger des Heils dat studio’s huurt in verschillende panden voor ex-verslaafden of voormalig daklozen. Soms zelfs in complexen waar ook studenten wonen.’
‘Bij studenten is dat een stuk minder. Die hebben een hogere tolerantie voor mensen die net wat anders zijn dan jij of ik. Tot nu toe gaat het prima daar. We overwegen een proef waarbij we een student korting op de huur geven als hij of zij wat huismeesterachtige taken wil vervullen in het gebouw. Ook stimuleren we dat de bewoners – studenten en cliënten – gezamenlijke activiteiten organiseren om elkaar beter te leren kennen.’
‘Soms is dat best ingewikkeld, want je hebt altijd met een leefbaarheidsvraagstuk te maken. Niemand zal bezwaar hebben tegen iemand in een rolstoel in het huis naast hem, maar iemand die verward is of verslaafd, is ineens een ander verhaal. Daarom ga ik altijd eerst praten met mijn collega’s van Sociaal Beheer & Participatie als ik in gesprek ben met een zorgpartij. Zij kennen de sociale structuur van de buurt en de eventuele kwetsbaarheid.’
‘Dat kan beter. Vooral van onze kant. Sommige collega’s zijn in de veronderstelling dat als een zorgpartij een aantal studio’s in een complex huurt Woonpunt ineens geen rol meer heeft in het aanspreken van bewoners. Soms moet ik mensen zowel intern als extern overtuigen dat ook daklozen en ex-verslaafden tot onze doelgroep behoren. De buurt wil het vaak niet, en collega’s zien op tegen de heisa die ervan komt.’
‘Dat was niet makkelijk. De besluitvorming verliep zorgvuldig en dus langzaam, maar ondertussen lieten we daar camera’s ophangen en beveiliging rondlopen. Buurtbewoners vroegen zich af wat daar ging gebeuren. Soms vroegen ze me op de man af of er misschien asielzoekers zouden worden gehuisvest. Maar ik mocht niks zeggen en heb toen af en toe moeten liegen. Vond ik niet leuk. Een ander vervelend aspect is dat de buurt min of meer heeft afgedwongen dat de woningen na mei 2018 worden gesloopt. Ik begrijp waarom ze dat vragen, en ook waarom Woonpunt de sloop heeft toegezegd, maar ondertussen zijn die woningen ideaal om andere zorgvragers in te huisvesten.’