Elke maand betalen zo’n 17.000 huishoudens huur aan ons. Op jaarbasis gaat het om duizelingwekkende bedragen. Wat doen we eigenlijk met dat geld? Onze manager Financiën & Bedrijfsvoering, Jean-Pierre Schobben, geeft antwoord.

In 2019 krijgt Woonpunt € 114 miljoen binnen aan huur. Wat krijgen huurders daarvoor terug?
Jean-Pierre: ‘Onze huurders betalen voor een woning. Die moet in orde zijn. Daarom geven we jaarlijks € 22 miljoen uit aan regulier onderhoud. Maar regulier onderhoud is niet voldoende. We moeten ervoor zorgen dat onze woningen de komende vijftig jaar ook nog mee kunnen. Daarom steken we de komende jaren gemiddeld € 38 miljoen per jaar in renovatie en nieuwbouw. Daarmee maken we onze woningen duurzaam en klaar voor de toekomst.
Om hoeveel woningen gaat het dan?
‘Voor de komende vijf jaar gaat het om zo’n 1.800 woningen die we of renoveren of nieuw bouwen. Daar steken we € 193 miljoen in.’
Dat is een flink bedrag per woning. Waarom investeren we niet minder per woning? Dan kunnen we misschien twee keer zoveel woningen verduurzamen.
‘Voor renovatie trekken we gemiddeld € 70.000 per woning uit. Doe je fors minder, dan lever je ook maar half werk. Het dak vernieuwen, maar niet maximaal isoleren. Dat soort werk. Dat is niet verstandig. We moeten onze woningen zodanig verbeteren dat we er de komende dertig, veertig jaar ook nauwelijks meer naar hoeven om te kijken. We doen het liever in één keer goed.’
‘Ongeveer 23 cent gaat op aan rente die we betalen over onze
leningen. Het lijkt alsof de huurder daar niets aan heeft. Maar
woningcorporaties lenen geld om grote projecten te doen. Daar hebben we de
afgelopen jaren onder andere de wijkvernieuwing van betaald. Dus dat geld is
ook ten goede gekomen van onze wijken en de bewoners.’
En wat geeft Woonpunt aan de eigen bedrijfskosten uit?
‘Ongeveer 11 cent van elke euro gaat naar personeelslasten
en 6 cent naar overige bedrijfskosten. Denk aan automatisering en
kantoorkosten. Dat mag een stuk minder worden, vinden we zelf. De komende vijf
jaar willen we opgeteld ruim € 5 miljoen besparen op de bedrijfskosten. En dat
geld gaat ook weer naar onze woningen. We besparen onder andere door te kijken
of we ons werk slimmer kunnen organiseren, zodat de klant sneller wordt
geholpen en we uiteindelijk ook goedkoper uit zijn. Een ander voorbeeld is dat
we qua kantoorruimte zijn teruggegaan van drie kantoren naar één. Maar de
goedkoopste zullen we nooit worden.’

Voor elke euro huur die in 2019 binnenkomt, krijgen we ook nog 10 cent binnen door de verkoop van vastgoed. Wat doen we met die inkomsten?

Waarom niet?
‘Omdat Woonpunt de komende jaren fors investeert in
leefbaarheid. Dat hebben we zo afgesproken met onze huurdersorganisaties. Veel
corporaties hebben het personeel dat zich met leefbaarheid in de wijken
bezighoudt grotendeels wegbezuinigd. Woonpunt heeft dat niet gedaan, omdat we
vinden dat we als eigenaar van complete straten en flatgebouwen een
verantwoordelijkheid hebben als het gaat om prettig wonen. Vooral als je
bedenkt dat door de bezuinigingen in de zorg steeds meer problemen ontstaan in
wijken, doordat mensen met psychische problemen aan hun lot worden
overgelaten.’
En hoeveel gaat er naar de overheid?
‘Heel veel. In 2019 is dat nog 14 cent van elke euro huur, maar dat loopt op tot 21 cent. Over vijf jaar betaalt Woonpunt € 25 miljoen per jaar van de huurinkomsten aan de overheid. Als je de BTW en de loonbelasting erbij optelt, gaat meer dan 25 cent van elke euro die de huurder betaalt straks rechtstreeks naar de belasting.’
Woonpunt investeert maximaal in leefbaarheid
Woningcorporaties mogen van de overheid maximaal € 125 per jaar per sociale huurwoning uitgeven aan leefbaarheid. Veel corporaties zitten daar ruim onder, omdat ze leefbaarheidspersoneel hebben wegbezuinigd. Woonpunt heeft dat niet gedaan. We hebben een afdeling Klant & Leefbaarheid met 24 mensen. Die bestaat uit wijkbeheerders die als eerste aanspreekpunt fungeren, sociaal beheerders die optreden bij ernstige overlast of burenruzies en medewerkers participatie die samen met buurtbewoners problemen oplossen.