Ons flatgebouw aan de Marktstraat in Hoensbroek is aan renovatie toe. De plannen moeten nog worden gemaakt. Toch ging Woonpunt alvast in gesprek met de bewoners. Jimmy Loontjens en Denise Maas geven uitleg.‘Als je zegt dat je de huurder centraal stelt, moet je dat niet alleen zeggen. Dan moet je ook echt bij de huurder beginnen.’
“Had je groen licht voor renovatie, liep je tegen vragen van huurders op. Of erger: stevig verzet!”
Waarom vroeg Woonpunt niet altijd meteen aan huurders wat hun wensen waren voor renovatie? Waren we soms bang dat ze om gouden kranen zouden vragen? ‘Ik ben pas een half jaar projectleider, dus ik weet het niet zeker’, zegt Jimmy Loontjens die bij de renovatie betrokken is. Als we doorvragen geeft hij toe: ‘Ik denk het wel.’ Lange tijd bedacht Woonpunt de plannen en mochten huurders daar om vijf voor twaalf nog wat van vinden. Dat was helemaal niet zo efficiënt, zegt Jimmy. ‘Dan had je groen licht voor de renovatie en liep je ineens tegen allerlei vragen op van huurders. Of in het ergste geval zelfs stevig verzet. Kon je nog niet verder. Alleen al vanwege die praktische reden is het verstandig om bij de huurders te beginnen. Maar het staat natuurlijk ook in onze strategie. Als je zegt dat je de huurder centraal stelt, moet je dat niet alleen zeggen.’
Hakken in het zand
Meestal werd in dat geval de coördinator participatie ingeschakeld om de plooien glad te strijken. ‘Neem het renovatieproject Nazareth’, zegt Denise Maas. ‘Daar kwamen we bij de bewoners toen de plannen al gereed waren. Toen vielen bewoners heel erg over het feit dat de woningen wit zouden worden. Als wij witte woningen voor ons zien, denken we aan een chique, karakteristieke buurt. Bewoners dachten daar helemaal niet aan. Die vroegen meteen hoe vaak de gevels opnieuw geschilderd zouden worden. Want witte gevels worden wel heel snel vuil als er in de straat gevoetbald wordt of men last heeft van graffiti.’ Denise zegt overigens niet dat als we bewoners bij de plannen hadden betrokken dat de uitkomst anders was geweest. ‘Nee, maar dan hadden we bewoners meegenomen in de ideeën en de architect meegenomen in de zorgen van bewoners. Dat kost minder tijd dan wanneer je bewoners met een voldongen feit confronteert. Dan gaan de hakken in het zand.’
'Huurders vragen doorgaans geen rare dingen'
Balkonhekken
Nu mocht Denise ook aan de voorkant meedoen. ‘Eindelijk!’, riep ze toen ze dat hoorde. ‘Het betekent zoveel voor huurders als ze weten dat ze aan de voorkant worden gehoord. Natuurlijk moet je duidelijk maken wat ze wel en niet kunnen verwachten, maar huurders vragen doorgaans geen rare dingen.’ Jimmy vult aan: ‘Wij moeten duidelijk maken dat we de woningen na renovatie nog 45 jaar willen verhuren. En dat we daarom bepaalde zaken ontzettend belangrijk vinden, zoals energiezuinigheid en toegankelijkheid. Dat begrijpen huurders ook.’
Welke zorgen of problemen leggen bewoners zoal voor tijdens zo’n eerste bijeenkomst? Jimmy: ‘Soms zijn dat dingen waar je nooit zelf op was gekomen. De bewoners aan de Markstraat willen bijvoorbeeld dat we de balkonhekken open maken, zodat ze naar buiten kunnen kijken als ze daar zitten. Bij een ander complex, waar we ook pas zijn begonnen met huurders naar hun mening te vragen, willen mensen precies het tegenovergestelde. Daar moesten de balkonhekken dicht vanwege de privacy. Dat kun je op voorhand echt niet invullen. En stel dat je dan met je plannen komt voor glazen balkonhekken, dan heb je de poppen aan het dansen.’
Denise sluit af: ‘Woonpunt heeft experts op heel veel gebieden, maar we hebben geen experts in dienst die weten hoe het is om in dat gebouw te wonen, in die buurt of die straat. Die experts zijn de bewoners.’
In de eerste editie van Ronduit Woonpunt, ons online magazine voor huurders en stakeholders dat maandag 3 september verschijnt, een gesprek tussen Guido Kerckhoffs en de bewoners van de Marktstraat in Hoensbroek, over de vraag hoe zij het proces beleefd hebben.
Go Jimmy! Go Denise!



