Artikel leestijd4 min. leestijd

In deze rubriek gaan twee medewerkers, onder het genot van een kop koffie, in gesprek over wat hen binnen en buiten Woonpunt opvalt. Deze keer medewerker verslaglegging Rudy Vanvinkenroije en directeur Strategie, Communicatie en Organisatie Yoka Kruijtzer.

"Een hele uitdaging, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd."

Yoka: Je werkt nu ruim drie jaar bij Woonpunt. Wat heb je hiervoor gedaan?

Rudy: Ik ben mijn carrière begonnen bij een vastgoedorganisatie en daarna heb ik ruim 20 jaar bij AZL gewerkt op de beleggingsadministratie. Doordat deze werkzaamheden op een gegeven moment werden geoutsourced, ben ik ander werk gaan zoeken. En jij dan, jij komt ook niet uit de corporatiesector?

Yoka: Dat klopt. Na mijn studie gezondheidswetenschappen ben ik bij Atrium, het huidige Zuyderland ziekenhuis, begonnen. Later heb ik bij een verpleeg- en thuiszorginstelling gewerkt. De afgelopen drie jaar zat ik bij het Laurentius ziekenhuis als adviseur. Toen heb ik besloten dat ik niet meer in de zorg wilde werken.

Rudy: Hoe ben je bij Woonpunt terecht gekomen?

Yoka: Ik was door mensen in mijn netwerk getipt op deze functie. Dus ik heb gesolliciteerd en ben in januari 2024 begonnen. Voor Woonpuntse begrippen werken we hier dus allebei best kort. 

Rudy: Ja, klopt. De meeste collega’s op mijn afdeling werken al heel lang bij Woonpunt. Binnen de afdeling zit dus ook jarenlange werkervaring en veel expertise. Ik weet nog dat ik op mijn eerste dag Ruud Quaedackers tegenkwam in de lift. Het was ook zijn eerste werkdag.

Yoka: Wat toevallig! Hoe heb je de afgelopen drie jaar bij Woonpunt ervaren?

Rudy: Het is heel anders gelopen dan ik van tevoren had gedacht. De vacature van allround financieel medewerker sprak me erg aan, maar ik kreeg al vrij snel corona. Daardoor was ik ruime tijd ziek en moest ik vervolgens re-integreren. Daarna  ben ik bij STIP begonnen. Een hele uitdaging, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd. We zijn nu nog volop bezig om werkzaamheden binnen DE te optimaliseren binnen de afdeling financiën. 

Yoka: Aan je dialect te horen kom je uit de buurt.

Rudy: Nou, ik ben geboren in Meerssen en woon nu in Bunde. Mijn ouders zijn van origine Maastrichts dus thuis hebben we altijd Maastrichts dialect gesproken. Dus als ik nu met iemand uit Maastricht praat, neem ik dat dialect al gauw over.

Yoka: Ik heb eigenlijk altijd in Maastricht gewoond. Eerst met mijn ouders in Heugem en Heer, later in de binnenstad. We zijn pasgeleden verhuisd naar Sint Geertruid. Met een kleintje en nog eentje op komst is ‘buiten wonen’ toch prettiger. 

Rudy: Dat snap ik volkomen. Ik vind het fijn dat mijn twee dochters in een dorp zijn opgegroeid. Alles is binnen handbereik en het is er lekker rustig.

Yoka: Klopt. Hoewel ik toen we in het centrum woonden wel eens klaagde over alle verkeersdrukte, maar afgelopen weekend reden we naar huis en stonden we zelf in de file. Dat was vanwege 80 jaar bevrijding. Maar verder is het heerlijk wonen in het Heuvelland.

Rudy: Thuis ben ik in de minderheid met drie vrouwen en dat is soms best pittig. Zeker nu ze allebei nog in de puberteit zitten. Maar ik vind het heerlijk dat ik twee dochters heb, dat wilde ik altijd al. Kinderen krijgen is natuurlijk überhaupt een groot geluk. Heb jij een zoon of een dochter?

"Als werk en privé in balans zijn, dan kun je op beide terreinen goed functioneren."

Yoka: We hebben een meisje en krijgen straks een jongetje. Wat dat betreft vind ik het belangrijk dat ik er thuis ook kan zijn. Op woensdag heb ik vrij en maak ik alle tijd voor mijn dochtertje. Dat voelt als luxe, en aan de andere kant ook als iets wat normaal hoort te zijn. Ik ervaar een gezonde balans. Natuurlijk is er wel eens wat spanning, bij een deadline bijvoorbeeld. Maar als werk en privé in balans zijn, dan kun je op beide terreinen goed functioneren. Dat heb ik door de jaren heen én door de komst van mijn dochter wel geleerd. Hoe doe jij dat?

Rudy: Ik werk vier keer negen uur, waardoor ik op vrijdag altijd vrij heb. En die hou ik ook vrij. Wat dat betreft biedt Woonpunt genoeg mogelijkheden. En ik ga in mijn pauze altijd wandelen, weer of geen weer. En bij voorkeur alleen. Zo maak ik mijn hoofd leeg en blijf ik in beweging.

Yoka: Deze week is de Week van de Vitaliteit en gaat het medewerkersonderzoek van start. Wat verwacht jij hiervan?

Rudy: Ik ben heel benieuwd wat er uit het onderzoek komt. Er zijn collega’s die sportief zijn en waarbij werk en privé goed in balans is, maar andere collega’s ervaren veel werkdruk. Een goede balans is belangrijk, zeker met thuiswonende kinderen.

 

Yoka: Laatst hoorde ik dat je kind gemiddeld zo’n zes á zeven zomers echt dichtbij je wil zijn tijdens vakanties en daarna willen ze meer hun eigen weg zoeken. Toen besefte ik: dan zitten er al twee op!

Rudy: Ja, het gaat heel vlug. Ik ben blij dat ik mijn dochters heb zien opgroeien en genoeg quality time met ze heb gehad. Ze zijn snel volwassen. Tegenwoordig vragen ze eerst waar we tijdens de vakantie naartoe willen. Is het strand, dan gaan ze graag mee. Maar als we beginnen over wandelen in Zwitserland, haken ze af.

Yoka: Een fijn en gezond gezin is wel een enorme rijkdom. Daardoor kun je ook op je werk goed functioneren. Ik kreeg laatst de vraag wat werkgeluk is. Wat mij betreft is dat een bijdrage kunnen leveren en iets betekenen, maar dat geldt ook voor thuis. Het werkt twee kanten op. Ben ik mezelf thuis, dan ga ik met plezier naar mijn werk en vice versa.

Rudy: Leuk om jou op deze manier te leren kennen, Yoka. Zo spreek je elkaar toch niet vaak. Dat vond ik fijn aan het project STIP: je komt met veel collega’s in gesprek. Ook over andere onderwerpen dan alleen werk.

Yoka: Inderdaad. Dat wens ik iedereen toe. Zo’n grote organisatie zijn we niet, dus een praatje maken met een collega kan altijd toch?

Go Rudy! Go Yoka!

Made by Zuiderlicht