WP-Gesprek-Marit-Ron-017-2 verkleind.jpg
Artikel leestijd6 min. leestijd
Een openhartig gesprek over de secundaire arbeidsvoorwaarden

Koffie met Marit en Ron

In de eerste edities van deze rubriek ging een MT-lid in gesprek met een medewerker. Deze keer vroegen we OR-voorzitter Marit Vonhögen om in gesprek te gaan met een collega die kritisch is op de afbouw van de secundaire arbeidsvoorwaarden, planmatig opzichter Ron Possen.

Ron: Waarom heb je mij gekozen voor deze koffieafspraak?

Marit: Ik zocht iemand die recht voor zijn raap durft te zijn.

Ron: Je weet ook waarom ik ja heb gezegd, hè? Ik wilde deze kans aangrijpen om namens mezelf, en misschien namens collega's, mijn gevoel uit te spreken over de discussie rondom de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Marit: Ik wil ook heel graag weten hoe jij dat hebt beleefd en ook wat je vond van de rol die de OR hierin heeft genomen.

'Zo'n discussie voelt niet echt als waardering'

Ron: Laat ik dan eerst vertellen hoe ik het beleefd heb. De discussie rondom de dertiende maand is ooit gestart door Mirjam Depondt en nooit afgemaakt. De eerste keer dat zoiets ter discussie wordt gesteld, voelt dat als een klap in je gezicht. Door de jaren heen hebben verschillende bestuurders er steeds op aangedrongen om die dertiende maand af te schaffen. Ik heb daar best moeite mee. Want in de tijd dat het in de top rommelde, hebben wij als personeel de tent draaiende gehouden. Dan voelt zo'n discussie niet echt als waardering, maar eerder als straf. Ik vraag me dan af of het bestuur en MT zich realiseren dat dit een schokgolf teweegbrengt in de organisatie. Los van dat rotgevoel dat je eraan overhoudt, zit er ook een financiële kant aan. Er zijn medewerkers die rekenen op de dertiende maand als deel van hun jaarlijkse inkomen. Die kunnen dat deel van hun inkomen gewoon niet missen.

Marit: Dat begrijpen wij als OR ook, daarom hebben we er ook op aangedrongen dat de dertiende maand behouden blijft. In ruil daarvoor hebben we twee kleinere dingen prijsgegeven. Wat vind je van die deal?

Ron: Ik sta achter de deal. Maar dat neemt niet weg dat er een gesprek gevoerd wordt over wat het personeel moet inleveren. Dat geeft geen lekker gevoel. En dat is wat nu blijft hangen.

Marit: Hoe vind je dat wij ons als OR hebben opgesteld?

Ron: Ik ben vol lof over jouw optreden als voorzitter en over de manier waarop je terugkoppelt aan collega's. Ik denk dat jullie het maximale eruit hebben gesleept. Maar nogmaals: ik vind het jammer dat het überhaupt nodig is. Hoe kijk jij zelf naar hoe jullie het hebben aangepakt?

'Ik lig daar wel eens wakker van'

Marit: Ik ben trots op wat we bereikt hebben, maar ik vind het soms lastig om ons dilemma uit te leggen aan collega's. Ik lig daar wel eens wakker van. Ik wil het voor iedereen goed doen, maar dat kan niet bij een onderwerp als de afbouw van secundaire arbeidsvoorwaarden.

Ron: Niemand vindt het leuk als je 'm iets afneemt.

Marit: Precies. Maar een deel van de collega's wilde dat we nu eieren voor ons geld kozen, een ander deel vond dat we ons snoeihard moesten opstellen. Maar dan kom je op de vraag of we er bij een volgende bestuurder beter vanaf waren gekomen. Ik denk het niet. Daar komt nog bij dat als je je snoeihard opstelt, de ander zich ook harder gaat opstellen. Dan hadden wij als OR andere zaken er ook niet makkelijk doorheen gekregen. Denk aan de thuiswerkvergoeding en de medewerkers die heel lang in een tijdelijke functie zaten. Dat hebben we zo snel kunnen regelen omdat er sprake is van een sfeer van samenwerking. Als je nooit iets geeft, kun je ook niets nemen.

Ron: Dat is ook waar. Ik ben wel nog benieuwd hoeveel ruimte de volgende bestuurder heeft om de discussie over de dertiende maand opnieuw te beginnen.

Marit: Wat ons betreft is die ruimte er niet, alleen als er sprake is van hoge financiële nood. Maar dan moet Woonpunt echt op omkiepen staan.

Ron: Dat is goed om te horen.

Marit: Hoe denk je dat de uitzonderingsregel voor de laagste salarissen is gevallen bij medewerkers?

Ron: Geen idee, want door corona ben ik bijna nooit op kantoor. Maar ik denk dat iedereen binnen Woonpunt de collega's van Serviceonderhoud en Klantenservice dit gunt. Ik vond het ook lullig dat de laagste salarissen het hardst geraakt werden. Waar ik een beetje moeite mee had, was het argument dat SO als afdeling zo hoog scoort in de klanttevredenheid en daarom ontzien moest worden. Hun werk wordt elke dag gemeten, maar iemand die bij Financiën werkt, levert misschien net zo'n topkwaliteit, alleen is dat minder zichtbaar.

Marit: Hun punt was ook: als je medewerkers iets afneemt, doet dat iets met hun motivatie.

Ron: Dat is precies wat ik de hele tijd probeer te zeggen. Die discussie over de secundaire arbeidsvoorwaarden geeft geen gevoel van waardering. Daarbij: als je gelooft dat je personeel met kwaliteit en vaardigheden in huis hebt, dan kost dat nou eenmaal iets. De interim-bestuurder zal ook een bepaald tarief hebben gevraagd. Als kwaliteit en vaardigheden er niet toe deden, had ik het ook kunnen doen. Was een stuk goedkoper geweest.

'Ik ben wel benieuwd wat jij anders had gedaan'

Marit: Ik ben wel benieuwd wat jij anders had gedaan als jij interim-bestuurder was geweest?

Ron: Laten we vooropstellen dat ik geen bestuurservaring heb en er helemaal niet geschikt voor ben. Maar ik weet in mijn werk als planmatig opzichter wel hoe belangrijk het is om medewerkers te belonen en te motiveren. Het helpt door af en toe op een werkplaats te komen en een vlaai mee te nemen voor die jongens die daar voor ons aan het werk zijn. Waardering tonen levert echt iets op. Ik kan nog zoveel willen met planmatig onderhoud, maar ik heb die mannen toch echt nodig.

Marit: Laat ik de vraag anders stellen. Wat zou jij willen veranderen aan Woonpunt?

Ron: Rust, rust en rust. Dat iedereen weer weet waar hij aan toe is. In de top verandert er constant iets. De één wil dit, de opvolger wil dat. Dat heeft zijn weerslag op de werkvloer. Het vreet te veel energie. Ik steek die energie liever in de klant. Ik hoop dat de volgende bestuurder wat langer blijft. Dat de lijnen helder zijn zodat we ons daar allemaal op kunnen richten de komende jaren. Kan de OR daar iets in betekenen?

Marit: Na de bestuurscrisis hebben wij aan de raad van commissarissen gevraagd om een stevigere rol bij de werving van de nieuwe bestuurder. En die hebben we ook gekregen. Die continuïteit waarover jij het hebt, die was voor de OR ook erg belangrijk. Daarnaast hebben wij aan het profiel toegevoegd dat we een mensenmens wilden als bestuurder.

Ron: Dat is inderdaad heel belangrijk. Ik denk vaak terug aan de oude directeuren Piet Cornelissen en Bert Vrolijk. Die maakten overal even een praatje, zodat ze signalen oppikten en medewerkers het ook makkelijk vonden om hen aan te spreken. Als ik Ton vraag of hij tien minuten voor me heeft, dan krijg ik die vast wel, maar ik vind dat dat vanzelf moet gaan. Voordat we afronden wil ik trouwens nog iets zeggen. Het klinkt nu alsof ik alleen maar negatief ben over Woonpunt, maar dat is echt niet zo. Woonpunt is een hele goede werkgever. Hoe wij ondersteund worden in de coronacrisis is echt fantastisch. Wij kregen vanaf de eerste week al materialen geleverd waarmee we ons werk konden doen. En als je nu thuis moet werken met kleine kinderen, dan zegt Woonpunt: neem door de dag eens wat langer middagpauze om pannenkoeken te bakken met je kinderen. Dat vind ik echt fantastisch. Ik heb ook in de commerciële sector gewerkt, daar bakken ze jou een pannenkoek als je dat probeert.

'Ben ik met je eens. Dit is een mooie organisatie'

Marit: Ben ik met je eens. Dit is een mooie organisatie.

Ron: De onderlinge sfeer is hartstikke goed. Nog één vraag voor jou: je zei net dat je wel eens wakker ligt van je rol als OR-voorzitter. De kritiek die je krijgt uit de organisatie op de deal, lig je daar ook wakker van?

Marit: Ik probeer altijd de vraag te stellen of ik, met alle feedback die ik gekregen heb, dezelfde beslissing zou hebben genomen. Vaak is het antwoord ja, soms is het nee. Dan durf ik dat ook wel te zeggen, want dan leer je ervan.

Go Ron! Go Marit!

Made by Zuiderlicht