WP-Ton-Mans-Maurits-Benschop-001.png
Artikel leestijd6 min. leestijd
Maurits Benschop in gesprek met Ton Mans

Koffie met Ton

Een medewerker in gesprek met onze interim-bestuurder over zaken die hen opvallen binnen Woonpunt. Dit keer Maurits Benschop, medewerker contractbeheer bij het Bedrijfsbureau.

‘Daar gaat weer een dertiende maand!’

Maurits: ‘In je laatste vlog had je het over de dertiende maand. Nu heb ik voor dit gesprek natuurlijk aan collega’s gevraagd waarover ik het moest hebben met jou. Dit onderwerp werd heel vaak genoemd. Jouw argumentatie in de vlog was: alles wat we niet aan onszelf uitgeven, kunnen we in de volkshuisvesting steken. Ik zou daar tegenin willen brengen dat waardering van medewerkers cruciaal is voor onze dienstverlening. Ik ben het ermee eens dat we in de bedrijfskosten moeten snijden. Maar is het niet veel verstandiger om die besparing op andere plekken te realiseren?’

Ton: ‘Die vraag is terecht. Als het over dit onderwerp gaat, gaan er verschillende dingen door mijn hoofd. Als ik begin bij de financiële kant: we zijn op dit moment bezig met de begroting en je ziet dat we steeds meer in de situatie dreigen te komen dat we keuzes moeten maken. We hebben gezegd dat we onze verduurzaming gaan versnellen, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. Willen we die belofte nakomen, dan moet daar geld bij. Ondertussen blijkt het onderhoud duurder uit te pakken dan we dachten, door de achterstand die we hebben opgelopen. Daarin wil je eigenlijk geen keuzes maken voor bewoners. Ze hebben recht op een goed geïsoleerd huis én op een nieuwe keuken en badkamer. We staan er financieel niet slecht voor, maar voor onze opgave kunnen we elke euro gebruiken. Dus financieel vind ik het te motiveren. Maar je vraag is terecht: hoe ervaren onze mensen dat? Ga je ze iets afnemen, juist in een tijd van grote veranderingen? Dat schuurt inderdaad. Wat ook schuurt, is dat ik ben binnengehaald om de rust terug te brengen. Door de dertiende maand ter discussie te stellen, draag ik daar niet aan bij. Dat snap ik ook wel.’

'Niemand wil dit medewerkers door de strot duwen'

Maurits: ‘En dan hoor ik je in de vlog zeggen: ik ga dat dit jaar nog regelen met de OR. Dan denk ik: zou je daar niet meer tijd voor willen uittrekken?’

Ton: ‘De OR heeft inderdaad tijd nodig om erachter te komen hoe medewerkers hierover denken. Niemand wil de medewerkers dit door de strot duwen. Waar ik op hoop, is dat mensen het begrijpen en er, ook al is het met enige moeite, achter kunnen staan. Al begrijp ik ook wel dat niemand me na afloop zal staan op te wachten met bloemen. Wat trouwens ook door mijn hoofd gaat, is dat onze sector een hele goede CAO heeft. Ik bedoel dit niet denigrerend, maar mensen die heel lang bij een corporatie werken, zouden eens-’

Maurits: ‘Een half jaar bij een aannemer moeten werken.’

Ton: ‘Ja, bijvoorbeeld. Wij hebben het echt goed ten opzichte van andere branches. Hoe erg is het dan als je daar een stukje van inlevert ten behoeve van onze kerntaak? Maar goed, dit zijn allemaal valide punten. We hebben hierin met z’n allen een afweging te maken. Om heel eerlijk te zijn: ik heb die afweging zelf nog niet gemaakt. De RvC heeft aan mij gevraagd hoe het zit het met de discussie over de dertiende maand. Maar los van al de gedachten die door mijn hoofd gaan, waar ik je net deelgenoot van heb gemaakt, heb ik nog geen definitieve afweging gemaakt. Ik heb het wel bespreekbaar gemaakt.’

Maurits: ‘Dank je wel voor je uitgebreide antwoord.’

Ton: ‘Wat vind je van het antwoord?’

Maurits: ‘Nou, de OR heeft gevraagd of medewerkers willen meedenken over dit vraagstuk en ik heb me daarvoor opgegeven. Dus ik kom er zeker nog op terug.’

Ton: ‘Heel goed dat je dat doet. Wil je me nog iets vragen hierover dat je wellicht kunt meenemen?’

Maurits: ‘Ik heb heel vaak geroepen: daar gaat weer een dertiende maand! En dat riep ik als ik bijvoorbeeld facturen zag waarvan ik steil achterover sloeg. Als je dat tweehonderd keer per jaar roept, heb je hetzelfde besparingspotentieel te pakken. Anders gezegd: je mag mijn salaris houden, als je me vijf procent geeft van alle besparingen die ik aanwijs.’

Ton: ‘Klopt. We moeten ook kijken naar wat er nog te halen valt uit de verbeteringen van onze processen. Onze opdrachtgeversrol. Het beter toezien op de uitvoering en aannemers daarop aanspreken.’

Maurits: ‘Absoluut. Daar valt veel te halen. Voor onze bewoners en voor Woonpunt.’

Ton: ‘En laten we de automatisering niet vergeten.’

'Is dat nou wel zo handig?'

Maurits: ‘Dat brengt me op een heel andere vraag: in de wandelgangen hoor ik dat we afscheid gaan nemen van ViewPoint.’

Ton: ‘Dat besluit is nog niet genomen.’

Maurits: ‘Voor ons werk op het Bedrijfsbureau is ViewPoint prima, al geloof ik graag dat het voor andere collega’s dramatisch is. Mijn punt is wel: ik kan me nog herinneren dat de vorige overstap meer dan een half jaar in beslag nam, als het niet meer is. Is dat nou wel zo handig?’

Ton: ‘Dat is nou precies waarom ik mijn billen samenknijp als we het over dit onderwerp hebben. Als je zo’n overstap maakt, trek je ontzettend veel mensen van hun werk weg. En dat in een tijd waarin we nog zoveel andere dingen te doen hebben. Stel nou dat uit het onderzoek komt dat we beter kunnen overstappen, wat is dan het juiste moment om dat te doen?’

Maurits: ‘Heb jij nog een vraag aan mij?’

Ton: ‘Jazeker. Samenwerking is een belangrijk thema binnen Woonpunt. Medewerkers hebben dat in gesprekken met mij aangegeven, het blijkt ook uit het medewerkersonderzoek. Waar ik benieuwd naar ben, is hoe jullie als Bedrijfsbureau de samenwerking met andere teams en afdelingen ervaren.

Maurits: ‘We hebben ooit op onze kop gekregen dat we als Bedrijfsbureau te onzichtbaar waren. We waren te bescheiden. Toen Arthur Pletsers onze teamleider was, heeft hij met ons eraan gewerkt om dat te veranderen. Maar bescheiden zijn we nog steeds wel. In wezen zijn wij allemaal nog HTS’ers die met hun schooltas naar het werk gaan. Van ons hele team ben ik misschien degene met de grootste mond en zelfs ik ben bescheiden. Dat gezegd hebbende: teams en afdelingen weten ons altijd wel te vinden. Wanneer ze een vraag bij ons neerleggen, weten ze zeker dat die goed wordt opgepakt.’

'We hebben geleerd om elkaar nagenoeg alles te zeggen’

Ton: ‘Denk je dat jullie meer uit die samenwerking kunnen halen als jullie minder bescheiden zouden zijn?’

Maurits: ‘Misschien wel. Het helpt natuurlijk niet dat er dit moment weinig leiding is die zich om ons bekommert. Het management heeft terecht aandacht voor een aantal grote knelpunten. Gelukkig gaat de samenwerking met Jorg [Kroes] erg makkelijk en zijn we een zelf-organiserend team. In de jaren dat Arthur Pletsers onze teamleiders was, zijn we daar naartoe gegroeid.’

Ton: ‘Mijn droom is dat binnen Woonpunt allemaal mensen werken die elke dag leren om het morgen beter te kunnen doen. Kun je dat ook zonder leidinggevende? Die vraag stel ik nu aan jou.’

Maurits: ‘Ik kan natuurlijk niet van buitenaf naar ons team kijken, maar ik kan je wel vertellen dat wij elkaar voortdurend scherp houden. Dat hebben we geoefend: we hebben geleerd om elkaar nagenoeg alles te zeggen.’

Ton: ‘Zonder voorbehoud?’

Maurits: ‘Tot op het irritante af.’

Ton: ‘Dat vind ik geweldig om te horen. Hier zijn jullie als team een voorbeeld voor de rest van de organisatie. Daar zou ik niet te bescheiden in zijn. Draag die successen uit, want daar kunnen anderen weer van leren.’

Maurits: ‘Dank je wel. Trouwens, ga je mee kanoën einde van de maand?’

Ton: ‘Ik kom helemaal niet graag in de buurt van water. En kanoën is toch echt iets voor bikkels?’

Maurits: ‘Daarom ga ik mee.’

Go Maurits! Go Ton!

Made by Zuiderlicht