Wat als je het gevoel krijgt dat je huidige functie niet meer bij je past? Het overkwam Egid Rouschop. Hij ging het gesprek aan met zijn leidinggevende. De uitkomst: sinds september begint hij aan zijn nieuwe functie als mutatieopzichter.
'Steeds dacht ik: ik moet daar iets mee'
‘Het speelde ongeveer een half jaar, zegt Egid. ‘Ik had het gevoel dat ik de zaken niet meer goed onder controle had. ’s Ochtends in alle vroegte schrok ik ineens wakker met het besef dat ik aan allerlei zaken moest denken. Helmien, mijn vrouw merkte dat ook aan me.’
Egid werd zo’n dertig jaar geleden bij het toenmalige Beter Wonen aangenomen als werkvoorbereider. ‘Ik had de HTS afgerond en had bovendien een paar jaar werkervaring bij een aannemer. De toenmalige directeur, Piet Cornelissen, wilde me heel graag hebben.’ Niet lang daarna maakte Egid promotie. Hij werd rayonteamleider. ‘Die rayons besloegen toen zo’n drieduizend woningen. Na de fusie werden de rayons dubbel zo groot.’ Egid bleef teamleider tot in 2013 werd afgestapt van de rayons en Woonpunt koos voor een functionele aansturing. Toen werd hij senior mutatieopzichter onder Miriam Heuts.
Praktisch ingesteld
‘In het begin deed ik zelf ook mutaties, om feeling te houden met het werk. Maar het plannen van de mutaties, het organiseren van het werk en het afhandelen van klachten vroegen steeds meer tijd’, zegt Egid. ‘Ik ben praktisch ingesteld, werk graag met m’n handen. Als ik aan iets begin, maak ik het graag af. Concrete resultaten, daar houd ik van.’ Het werk als senior begon steeds meer als een keurslijf te voelen. ‘Ik had sterk het gevoel dat ik niet goed genoeg uit de verf kwam in deze functie, dat ik niet leverde wat ik vond dat ik moest leveren. Dat voelde niet goed. Daar liep ik ongeveer een half jaar mee rond. Steeds dacht ik: ik moet daar iets mee. Maar dan had ik weer een paar goede weken en verdween die noodzaak naar de achtergrond.’
Het kantelmoment kwam na een overleg met collega’s. ‘Toen de vergadering was afgelopen, deed een collega de deur dicht en vroeg hoe het met me ging. Hij had gezien dat ik erg afwezig was, dat mijn inbreng minimaal was. Dat was het duwtje dat ik nodig had. Mijn collega’s hebben me daarmee geholpen. Als zij het zien, dan heb ik misschien zelfs al te lang gewacht. Ik heb meteen een afspraak gemaakt met Miriam Heuts. Dat was ook nog vlak voor mijn zomervakantie.’
‘Het is beter voor mezelf en beter voor Woonpunt'
Opluchting
‘Dat gesprek verliep heel erg goed’, zegt Egid. ‘Miriam had veel begrip. Ze kon zich inleven in mijn situatie. Bovendien gaf ze me het gevoel dat ze me hoe dan ook zou helpen. Natuurlijk brak toen even een periode van onzekerheid aan. Zo van: wat gaat er nu met me gebeuren? Zijn er alternatieven binnen Woonpunt? Wat als dat niet zo is? Maar over het algemeen overheerste de opluchting.’
‘Na mijn vakantie had ik een gesprek met Anita Kempen van P&O. Ook dat was een fijn gesprek. Uiteindelijk had ik het geluk dat er een functie vrijkwam op de afdeling. Dat gaf mij de mogelijkheid om een stapje terug te doen, om als mutatieopzichter weer wat meer praktisch bezig te zijn. Met afgeronde casussen.’
Egid is blij dat hij het heeft aangekaart. Soms schiet de gedachte door zijn hoofd dat hij in zijn vorige functie als senior misschien eerder de hulpvraag had moeten stellen aan Miriam. Maar tegelijk is hij er trots op dat hij zijn eigen pad heeft gekozen. ‘Het is beter voor mezelf en beter voor Woonpunt.’ En ja, er kleeft ook een nadeel aan. ‘Ik ga een stuk minder verdienen’, zegt Egid. ‘Maar heel eerlijk: wat heb ik aan geld als ik me niet prettig voel?’
Go Egid!




