De vacature voor Teamleider Vastgoedbeheer is ingevuld. Peter Westra, tot voor kort contractmanager bij het Bedrijfsbureau, is per 1 juli de nieuwe leidinggevende. ‘Woonpunt doet nog veel dingen op de manier waarop het altijd gedaan werd. Maar de wereld verandert en dus moet ons werk op die nieuwe werkelijkheid aansluiten.’

Hoe lang had je al de ambitie om leiding te geven?

‘Voordat ik bij Woonpunt kwam werken, zo’n 13,5 jaar geleden, werkte ik in een aannemerij. Na een aantal verschillende functies te hebben gehad, werd ik daar uiteindelijk hoofd bedrijfsbureau. Dat heb ik tot mijn 45^ste met veel plezier gedaan.’

Waarom stapte je destijds over naar Woonpunt?

‘Er was een wereldwijde financiële crisis uitgebroken en die raakte de bouwwereld enorm. Er werd enorm bezuinigd. Mijn rayon werd steeds groter en groter, totdat ik op een gegeven ogenblik tot aan Den Bosch werkte. Ik kreeg bij wijze van spreken een paar gymschoenen van de baas om harder te gaan rennen. Dat was op een gegeven ogenblik niet meer fijn. Ik heb toen bij drie corporaties gesolliciteerd en kon bij alle drie beginnen. De eerste die met een concreet aanbod kwam, daar ben ik toen voor gegaan. Dat was Woonpunt. Tegelijk wilde ik mezelf nog verder ontwikkelen. Ik heb toen een hbo-opleiding gedaan die ik op mijn 49^ste heb afgerond.’

Verlang je wel eens terug naar de aannemerij?

‘Nee, want in de aannemerij draait alles alleen om winst maken. Elk voorstel dat je doet dat geld oplevert, is per definitie een goed voorstel. De wereld van de woningcorporatie is veel interessanter. Wij hebben maatschappelijke doelen en maatschappelijk rendement, onze keuzes zijn daardoor veel interessanter.

Wat waren je eerste klussen bij Woonpunt?

‘Het eerste dat ik deed was SO naar een concurrerend niveau tillen. Wij hadden toen nog een eigen werkplaats en twee magazijnen. De planning was niet altijd volledig gevuld. Daarna werd ik gevraagd om de inkoop van het vastgoedbeheer bij het Bedrijfsbureau op te starten. De laatste jaren deed ik vooral contractbeheer.’

Had je gesolliciteerd op de teamleidersfunctie?

‘In eerste instantie niet. Er was teveel onduidelijkheid. Bovendien vind ik het niet handig om te solliciteren zonder te weten wie de directeur zou worden. Daarbij is de vacature meteen intern en extern opengezet, wat er voor mij op duidde dat Woonpunt misschien liever een externe teamleider wilde binnenhaalde. Wat ik verder ook prima vind, hoor. Als daar goede redenen voor zijn, moet je dat vooral doen.’

Maar ergens is er toch iets veranderd.

‘Ja, Kelly kwam binnen als de nieuwe directeur. Ik heb mijn kennismakinggesprek met haar bewust naar achteren geschoven, omdat ik haar pas wilde spreken als ze zich een beeld had kunnen vormen van de organisatie. Dan heb je namelijk meteen de kans om een inhoudelijk gesprek te voeren met elkaar. Tijdens dat gesprek heeft Kelly mij gevraagd of ik niet wilde solliciteren.’

Overviel jou dat?

‘Nee, want ik had er natuurlijk toch al wel over nagedacht.’

Zie je ook nog uitdagingen?

‘Nou, die zijn er genoeg. De personele bezetting op orde krijgen. Nieuwe mensen aannemen die passen binnen het team en die de juiste aanvulling bieden. Medewerkers binden met interessant werk dat aansluit bij hun ambities. Woonpunt doet nog veel dingen op de manier waarop het altijd gedaan werd. Maar de wereld verandert en dus moet ons werk op die nieuwe werkelijkheid aansluiten. Hoe ga je bijvoorbeeld anno nu met data om als woningcorporatie?’

Hoe kijk je nu naar Woonpunt, na alle bewegingen waar de organisatie doorheen is gegaan? In welke fase zitten we nu?

‘We hebben nog veel doen. Maar nu we weer een vaste bestuurder hebben, kunnen we de komende jaren echt wel stappen gaan zetten. Dan worden we vanzelf voorspelbaarder en kunnen we stoppen met brandjes blussen. Die continuïteit van bestuur is ontzettend belangrijk. Woonpunt stuurde op kosten en heeft daardoor een heleboel denk- en werkkracht uit de organisatie gehaald. Nu sturen we op resultaten en blijkt dat we onvoldoende menskracht hebben. Personeel is moeilijk te krijgen en dat heeft zijn weerslag op onze slagkracht. Het is goed dat we daar lering uit trekken.’