In november gaan de collega's met klantcontacten nauw samenwerken in gebiedsteams. Dat geldt ook voor Serviceonderhoud. Voor die collega's, die soms al dertig jaar in een hecht groepje van vaklui werken, wordt de verandering misschien wel het grootst. Hoe kijken zij ertegenaan? We vroegen het een oudgediende en een relatieve nieuwkomer.
'We hebben als monteurs allemaal onze specialismen'
Tom Timmers werkt al twaalf jaar bij Woonpunt, waarvan de afgelopen jaren vooral als planner. Zijn collega Davy Wijnands werkt hier bijna twee jaar, als allround monteur met specialisme timmerwerkzaamheden. Na het gesprek merken ze op dat ze, ondanks hun verschillende functies en dienstjaren, dezelfde voordelen zien en dezelfde zorgen hebben. ‘Is dat een goed teken?’, vraagt Tom zich hardop af.
De voordelen voor bewoners zien ze allebei. Een team van verschillende professionals dat klaar staat voor een buurt. Herkenbare gezichten in de wijk. Medewerkers die elkaar snel weten te vinden. Dat laatste is ook een knelpunt voor de monteurs. ‘Als er iets speelt in de wijk, weten wij vaak niet wie we moeten aanspreken’, zegt Davy. ‘Dan moet ik de planner bellen en die zoekt het dan voor me uit. In dat opzicht werken gebiedsteams een stuk beter. De lijntjes moeten echt korter.’
Flexibel
Davy en Tom zijn ervan overtuigd dat betere samenwerking met andere collega’s veel gaat brengen, maar ze hebben ook zorgen. Zo vraagt Tom zich af of hij straks een monteur die in het ene gebied werkt, mag inplannen in het andere gebied, als dat makkelijker uitkomt. ‘Of moet die monteur vlak voor de brug remmen en dan omdraaien? Ik hoop dat we daar flexibel mee omgaan.’ De twijfels van Davy zijn nog groter. Hij ziet de voordelen van gebiedsgericht werken voor de opzichters en buurtcoördinatoren, maar niet direct voor de monteurs. ‘We hebben als monteurs allemaal onze specialismen. Is de bewoner niet vooral blij met de monteur die hem het beste kan helpen?’
Signalerende functie
Koepelorganisatie Aedes heeft in kaart gebracht hoe functies binnen woningcorporaties gaan veranderen de komende vijf jaar en welke kwaliteiten en talenten belangrijker worden. Voor monteurs is dat de signalerende functie. Zij komen vaak bij huurders over de vloer. Zij zien of er iets aan de hand is. Davy kan erover meepraten. ‘Ik kwam laatst bij een meneer die ervan overtuigd was dat hij werd afgeluisterd door zijn wasmachine. Hoe ga je daarmee om? Ik ga hem in elk geval niet tegenspreken. Op het werk heb ik daar melding van gemaakt, maar qua terugkoppeling zou het beter kunnen. Want straks sta ik opnieuw bij die meneer op de stoep voor een andere reparatie.’ Tom vult aan: ‘We hebben agressietrainingen gehad en we zijn ook opgeleid om signalen van huiselijk geweld te herkennen. Maar er zou meer structurele aandacht moeten zijn voor de signalerende functie die de monteurs hebben.’
Koffie drinken
‘Hebben we straks als monteurs nog contact met elkaar?’, vraagt Davy zich af. ‘Het is prettig dat ik straks beter in verbinding sta met de buurtcoördinator of de opzichter, maar als het gaat om sparren over de klussen zelf, dan doe ik dat toch het liefst met een collega-monteur.’ Tom heeft een idee: ‘Daar hebben we ook zelf een rol in. Wij kunnen toch ook een teamuitje organiseren voor de hele groep monteurs? Na corona dan.’
'Wij kunnen toch ook een teamuitje organiseren voor de hele groep monteurs?'
Uit het laatste medewerkersonderzoek blijkt ook dat Service-onderhoud vindt dat ze als team onvoldoende in verbinding staan met de rest van de organisatie. Davy en Tom willen ervoor waken dat ze straks op een nog kleiner eiland komen te zitten. ‘De opzichter en verhuurmedewerker zien elkaar regelmatig op kantoor, maar ik zit de hele dag op de bus’, zegt Davy. ‘Hoeveel tijd heb ik dan om te overleggen met mijn collega’s in hetzelfde gebied?’ Als ze horen dat het voorstel uit de projectgroep is om daar dagelijks tijd voor vrij te plannen bij de monteurs, zijn ze positief verrast. Tom glimlacht. ‘Zolang ik hier werk, hoor ik dat Serviceonderhoud productiever moet zijn. Een paar jaar geleden kregen we te horen dat het niet de bedoeling was dat we naar kantoor kwamen. Toen moesten we koffie drinken in de bus. Straks wordt daar zelfs tijd voor ingepland.’
Meer duidelijkheid
Tom geeft aan dat meer communicatie de monteurs over de streep zou kunnen trekken. ‘We horen eigenlijk te weinig’, zegt Tom. ‘Je kunt dat negatieve eraf halen door ons meer te vertellen, door ons wat vaker bij te praten zodat we ook vragen kunnen stellen.’ Davy beaamt: ‘Meer duidelijkheid zou fijn zijn.’ Een paar dagen na het gesprek vindt een uitgebreid teamoverleg plaats, waarbij manager Klant & Onderhoud Ard Hengeveld op verzoek van de monteurs meer uitleg geeft over de plannen met de gebiedsteams. Daags erna bellen we nog een keer met Davy en Tom. 'Er is gelukkig meer uitgelegd', zegt Davy. 'Maar op een aantal vragen kan nu nog geen antwoord worden gegeven. Daar komt de komende maanden meer duidelijkheid over.’ Tom besluit: ‘Of het gaat werken, dat moet de praktijk straks uitwijzen.’
Go Tom! Go Davy! Go Serviceonderhoud!




